Stedelijk Museum
Het nieuwe Stedelijk Museum is een hybride van bestaande bouw - van architect A.W. Weissman uit 1895 - en nieuwbouw van Benthem Crouwel Architekten. Eyecatcher is de nieuwe entree, aan het Museumplein. Een gigantische witte luifel - inmiddels de ‘badkuip' gedoopt - fungeert als blikvanger.
Het plan
Het bestaande gebouw van architect A.W. Weissman aan de Paulus Potterstraat onderging een renovatie. Aan het Museumplein is een nieuw gebouw gerealiseerd met de ontvangsthal voor het publiek. Er is de helft meer ruimte dan voorheen en zowel de bezoekers als de kunstwerken krijgen zo de aandacht die ze verdienen. In 2004 is vol overtuiging gekozen voor het ontwerp van Benthem Crouwel Architecten. Dit bureau wist vorm te geven aan de wensen van het Stedelijk Museum in een plan dat het bestaande gebouw respecteert en een eenheid vormt met het nieuwe gebouw.
De krachtige ingrepen, zoals de uitgesproken architectuur van de nieuwbouw en de verplaatsing van de hoofdentree naar het Museumplein, illustreren de nieuwe visie van het Stedelijk Museum: toekomstgerichte uitgangspunten waarbij het goede uit het verleden behouden blijft.
In het Weissman-gebouw wed de oorspronkelijke structuur hersteld waardoor meer ruimte is voor tentoonstellingen. Op de zolderverdiepingen zijn ateliers gerealiseerd waaronder andere beelden en schilderijen worden gerestaureerd. Bij de nieuwbouw is gekozen voor een grote kelder waardoor 'boven de grond' ruimte is ontstaan voor een nieuw plein. Dit voorplein moet overdag en 's avonds een levendige toevoeging worden aan het Museumplein. In de nieuwe kelder is een multi-disciplinaire tentoonstellingszaal. In het boven de ontvangsthal 'zwevende' volume is ruimte voor grote zalen en een auditorium voor lezingen, debatten, films etc. Boven op het dak, met uitzicht op het Museumplein, komen de kantoren.